De Maya kalender bestaat uit een systeem van meerdere kalenders waarin tijd, astornomie en maanstanden worden weergegeven. Hier lees je daar, in toegankelijke taal, wat meer over.
Gebiologeerd door tijd
De Maya's waren gebiologeerd door tijd. Om die reden hadden de Maya's verschillende kalenders die zij tegelijkertijd en los van elkaar gebruikten. Een belangrijk hulpmiddel bij het berekenen van tijd is (net als bij ons) de stand van de planeten. Een dag bestond ook bij de Maya's uit een dag en een jaar bestond ook bij de Maya's uit 365 dagen.
Maar daar houdt eigenlijk meteen de vergelijking met onze eigen Gregoriaanse kalender op.
Haab-kalender
De Maya's gebruikten drie verschillende kalenders. Allereerst was er de Haab. De Haab werd gebruikt als burgerlijke kalender en bestond uit een omloop van 365 dagen: gelijk aan de omloop van de zon. De cyclus van 365 dagen komt overeen met een zonnejaar, maar kent geen systeem van schrikkeljaren, zodat ook hiermee de seizoenen elke vier jaar een dag opschoven.
Tzolkin-kalender
De Tzolkin-kalender vormde de religieuze kalender. Deze bestond uit 20 'maanden' van 13 dagen. Na 260 dagen was de kalender rond en begon de Tzolkin-kalender weer opnieuw. Net als de Haab-kalender kende ook de Tzolkin-kalender bij de Maya's geen jaartal. De Maya's specifieerden data vaak door gebruik te maken zowel van de Haab- als van de Tzolkin-kalender. Op deze manier herhaalt een datum zich pas na 52 jaar.
Lange telling
Naast deze twee 'alledaagse' kalenders kenden de Maya's nog de zogeheten 'Lange Telling. Met de Lange Telling werden grotere periodes benoemd in een grote cyclus van ongeveer 5.125 jaar. Volgens deze lange telling zitten we nu aan het eind van de vijfde cyclus. Die begon in het jaar 3.114 voor Christus, en eindigt op 21 december 2012.